Welcome to Aachen County

Voor meer gezinsvriendelijkheid in Saksen

◀ Terug

Het leven in Duitsland > Belastingen en heffingen

©

Bild_iStock

In Duitsland worden verschillende belastingen geheven op veel producten, diensten en dergelijke. Ze zijn meestal al inbegrepen in de prijzen of worden automatisch verlaagd van de pay offs (bijvoorbeeld van het salaris). De belasting wordt toegepast op alle verhandelde producten in Duitsland en diensten (meestal MwSt). Het bedraagt ​​19%, maar sommige diensten en producten zijn slechts 7%. Sommige producten, zoals sigaretten, alcohol en benzine, hebben een extra belasting in Duitsland. Daarom zijn ze behoorlijk duur. Iedereen die in Duitsland werkt, moet een inkomstenbelasting betalen die ligt tussen ongeveer 20% en 48% van het salaris. Dat is bijvoorbeeld afhankelijk van het feit of iemand getrouwd is of kinderen heeft. Ook worden van de salarissen afgetrokken kosten voor ziektekostenverzekering, pensioenverzekering, werkloosheidsverzekering, langdurige zorgverzekering, solidariteitstoeslag en kerkbelasting. Alle Duitsers betalen de solidariteitstoeslag. De opbrengst wordt gebruikt voor de kosten van Duitse hereniging. De kerkbelasting die u alleen moet betalen als u tot een christelijke denominatie behoort. Het geld zal bijvoorbeeld worden gebruikt om kerken te herbouwen.

De gezondheidszorg, werkloosheid en langdurige zorg zijn geen echte belastingen voor de staat maar worden gebruikt voor de mensen. Ze zijn verplichte verzekering in geval van ziekte, pensionering of exident en om u te helpen bij werkloosheid. Als u langer dan 12 maanden in Duitsland hebt gewerkt, heeft u recht op een speciale werkloosheidsbijstand, die ook de voortzetting van de betaling van die verzekering omvat (zie de sectie Werken in Duitsland). In het Duitse sociale systeem betaalt iedereen samen om elkaar te helpen. Het geld in de verplichte verzekering wordt daarom voor iedereen gebruikt en niet alleen voor degene die heeft betaald.

Phrases

Ik heb een rekening nodig.

Ich benötige eine Quittung.

Ik kan je een rekening geven.

Ich kann Ihnen eine Quittung ausstellen.

Ik kan je geen rekening geven.

Ich kann Ihnen keine Quittung ausstellen.

Zijn er belastingen op dit product?

Ist dieses Produkt versteuert?

Moet ik belasting betalen voor dit product?

Ist dieses Produkt zu versteuern?

Moet ik belasting betalen voor deze service?

Muss ich für die Dienstleistung Steuern zahlen?

Hoe kan ik me helpen met vragen over belastingen?

Wer kann mir bei Fragen zu Steuern weiterhelfen?